Deze week Shari van den Hout-Hooi, bedrijfseconoom en jongerencoach met wortels op Curaçao en Aruba.
"Ik ben gezegend met het feit dat ik goed meekwam op school en een VWO advies kreeg. Het was mijn plan om bedrijfseconomie te studeren en dan minister van Economische Zaken te worden. Als ik de economie op poten kon zetten, dan zou iedereen daar van profiteren! Het was misschien vooral de droom van mijn opa, die actief was voor de Nationale Volkspartij. Hij stond nooit op een kandidatenlijst, maar hoorde bij de raad van wijzen. Maria Liberia-Peters en Ricardo Isebia zaten regelmatig bij ons aan de keukentafel en hebben me ook gevormd. De dag dat ik naar Nederland ging, zei mijn opa: 'Dit is waar de partij al die tijd voor geknokt heeft.' Zij wilden voor de kinderen en kleinkinderen wat voor hen onbereikbaar was geweest. Het voelde als een voorrecht om te kunnen studeren. Na mijn studie werd ik gevraagd voor een project voor de ondersteuning van de ambachtensector. Een droombaan aan het begin van mijn carrière. Het voelde een beetje alsof ik mijn land in de steek liet, maar mijn opvoeding hielp bij het verminderen van dat schuldgevoel. Ik heb geleerd dat je om kunt zien naar je naasten, waar je ook woont. Inmiddels werk ik als coach voor jongeren in combinatie met een deeltijdbaan voor Present Den Haag, dat vrijwilligerswerk op projectbasis organiseert. Ik ben actief in de politiek voor de ChristenUnie. Ik zie mezelf niet als politicus, maar als iemand die mensen wil helpen door een verandering van het systeem en die heeft geleerd dat dit via de politiek kan.''
Inspiratie
"Jezus is mijn fundament. De keuzes die ik maak, de mensen die ik spreek, alles wat ik doe, wordt gevoed vanuit het geloof. Het voelt natuurlijk en vanzelfsprekend, niet dwangmatig, want ik kan ook andere keuzes maken. Maar dan komt ook mijn opvoeding om de hoek kijken. De belangrijkste waarde die ik meekreeg, is omzien naar je naaste. Dat werd niet gezegd, maar ik zag het dagelijks. Mijn oma kookte elk dag een pannetje dat heel discreet naar iemand anders ging. De verse pan frances ging naar de drugsverslaafden, die om eten kwamen vragen. Zelf kregen we het brood van een dag eerder. Als kind baalde ik ervan, maar nu kan ik er niet over uit hoezeer zo'n voorbeeld je vormt en beïnvloedt.''
Obstakel
"Mijn studie verliep met vallen en opstaan. Op het Peter Stuyvesant leerde ik altijd makkelijk, maar studeren is echt iets anders. Bovendien had ik twee jaar lang heimwee, ook door dingen die ik meemaakte. Hans Janmaat van de Centrum Partij was politiek actief. 'Die kunnen we allemaal de Noordzee injagen als Janmaat wint', hoorde ik een student ooit over mij zeggen. Studenten gingen soms ergens anders zitten, als ik aanschoof in de collegebanken. Ik had verwacht dat ik op een universiteit op hoog niveau discussies kon voeren, maar die eerstejaars dachten dat de Nederlandse Antillen bij Texel hoorden en lagen in een deuk toen ik vertelde dat ik op het Peter Stuyvesant had gezeten. Een school vernoemd naar een sigarettenmerk. De universiteitsstudenten kenden hun eigen geschiedenis niet eens! Ik leerde toen dat vorming zeker net zo belangrijk is als studeren. Ik leerde ook dat ik een doorzetter ben.''
Dankbaar
"In elke fase van mijn leven waren er mensen die me ondersteuning gaven. Een nicht die op het Peter Stuyvesant College had gezeten, coachte me door die nieuwe wereld, waar ik geen enkele affiniteit mee had. In mijn omgeving wisten ze niet eens wat het VWO was. Zuster Marie Francesca uit Brabant hielp me met de keuze voor Tilburg als studentenstad. Mijn Nederlandse huisgenote was mijn inburgeringslerares. Ze leerde me Nederlandse gerechten koken en fietsen door weer en wind. Ik vond een kerkelijke gemeente, die me inspireerde omdat ze hun deuren openden voor studenten. In de politiek zag ik aan Cynthia Ortega Martijn dat de manier van politiek bedrijven die ik voorsta, mogelijk is en haalbaar. Ik heb ook veel gehad aan een oom en tante in Nijmegen. Hij was een voorbeeld, omdat hij als Arubaan in de Raad van Bestuur van de Kamer van Koophandel zat.''
Helpen
"Ik bezoek al veertien jaar vrouwen die als raamprostituee werken. Er zijn steeds meer en meer slachtoffers van mensenhandel. Meestal is er sprake van armoede in hun thuisland en brengen ze een offer voor de hele familie. Maar lichamelijk en geestelijk zijn ze kapot. Ik sta ze bij en verwijs ze door naar maatschappelijk werk als ze eruit willen stappen. Dat is niet makkelijk. Hoe kunnen ze een ander leven opbouwen als ze de taal niet spreken en weinig mensen kennen? Toch gebeurt er iets, waardoor ze een nieuw leven willen opbouwen. Die vrouwen zijn een voorbeeld voor anderen. Zij kunnen met recht zeggen dat alles tegenzit en ze zich in een uitzichtloze situatie bevinden. Als zij daar uit kunnen komen, dan kunnen anderen dat ook. Ik maak het onderwerp ook bespreekbaar binnen de politiek, die iets kan doen aan de positie van deze vrouwen.''
Advies
"Mensen denken soms dat ik een geplaveide weg heb afgelegd, terwijl ik opgroeide in St. Jago, een buurt waar ik volgens de statistieken op mijn vijftiende waarschijnlijk moeder zou zijn. Het maakt me boos en verdrietig. Niet omdat het me echt raakt, maar vooral omdat mensen zichzelf daarmee te kort doen. Je afkomst bepaalt je startpositie, maar mag geen bepaalde factor voor je hele leven zijn. Blijf niet kijken naar wat je niet kunt, welke kansen je niet hebt gekregen en door wie je wordt tegengewerkt. Kijk juist naar wie je bent, wat je kunt en wat je wilt. Wat je mist, kun je bijleren. En je kunt anderen om hulp vragen, maar dat werkt alleen als je zelf een focus en een doel ziet.''